Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Tot op dezen dag toe doen [59]die naar de eerste wijzen; zij vrezen den HEERE niet, en zij doen niet naar hun inzettingen, en naar hun rechten, en naar de wet, en naar het gebod, dat de HEERE geboden heeft aan de kinderen van Jakob, [60]dien Hij den naam Israel gaf. 59. Versta, de Israelieten, van welken zie, boven, vs.23; want hier wordt een tegenstelling gemaakt tussen de hardnekkigheid der Israelieten, die in Assyrie weggevoerd waren, omdat zij hun oude afgoderij niet wilden verlaten; en de veranderlijkheid der Assyriers om den Heere naar de afgodische manier der Israelieten te dienen, hoewel zij zulks nooit tevoren gedaan hadden. 60. Dit wordt hierbij gevoegd om de Israelieten te verwijten dat zij vergeten hadden de zeer grote weldaden, die God hunnen vader Jakob en meteen hun bewezen had, omtrent dien tijd, als Hij hem den naam Israel gegeven had, hetwelk hen behoorde bewogen te hebben om dien God alleen zuiverlijk te dienen en trouwelijk aan te hangen.